Wielwebspinnen

Kruisspin (Araneus diadematus)

Web: groot wielweb

Habitat: Web wordt gemaakt in struiken, hoge grassen, onderste deel van bomen. Wordt vaak in de tuin gevonden en ook soms aan ramen, hekken,…

Herkennen aan:

  • typische lichte rugtekening op achterlijf in de vorm van een kruis (maar verdwijnt vaak naar het levenseinde toe)
  • verschillende kleuren: van lichtbruin/gelig tot donker(rood)bruin
  • grote spin die vaak overdag in het midden van het web te vinden is, maar een deel van de exemplaren zit juist ’s nachts in zijn web

Te verwarren met:

  • Het kruis op het achterlijf is een heel accuraat en typerend kenmerk.

Grootte

♀: 10-18mm

♂: 4-8mm

Wanneer?

♀: juni tot oktober

♂: juni tot september

 

Platte wielwebspin (Nuctenea umbratica)

Web: groot wielweb (tot 70 cm) met grote mazen en niet fijn afgewerkt

Habitat: overdag verstopt onder schors van bomen, tussen kieren en spleten van muren, hekken,… ’s nachts in het midden van het web.

Herkennen aan:

  • • sterk afgeplatte vorm
  • • Donkerbruine tot zwarte kleur, vrouwtje met opvallende lichte vlekken op onderkant achterlijf.
  • • duidelijke “putjes” in rugzijde achterlijf (aanhechtingsplaats spieren)

Te verwarren met:

  • • donkere vorm van de Brugspin, maar die heeft doorgaans nog een duidelijke lichte tekening op de rugzijde van het achterlijf. De Brugspin leeft ook bijna altijd in de directe nabijheid van water.

Grootte

♀: 11-15 mm

♂: 8-9 mm

Wanneer?

♀: hele jaar door

♂: vooral mei tot september

Venstersectorspin (Zygiella x-notata)

Web: Klein tot medium wielweb waarin bij één of twee sectoren de vangdraden ontbreken (lijkt daar dan ook open). Vanuit het midden loopt door deze sector een signaaldraad die de spin waarschuwt als er prooi vastzit. Volg je deze, dan vind je de spin!

Habitat: bijna altijd bij bebouwing: in de hoek van raamkozijnen, balkons, poorten, hekken, onder de dakgoot,… Kan heel algemeen voorkomen.

Herkennen aan:

  • achterlijf met zilverkleurige bladfiguur
  • kop met eerder driehoekige, donkere figuur
  • duidelijk donker geringde poten

Te verwarren met:

  • Struiksectorspin: deze is veelal meer oranje gekleurd, maar vrouwtjes zijn enkel met zekerheid uit mekaar te houden door onderzoek met stereomicroscoop. Mannetjes van de struiksectorspin hebben merkelijk langere palpen.
  • Bergsectorspin: deze komt enkel voor in de hoger gelegen delen van ons land

Grootte

♀: 7-11 mm

♂: 4-7 mm

Wanneer?

♀: hele jaar door

♂: hele jaar door

Web: groot wielweb

Habitat: Maakt web vrij laag bij de grond (onder 50cm) tussen grassen en kruiden, vaak op vochtiger plaatsen.

Herkennen aan:

  • typische rugtekening met vier lichte vlekken op het achterlijf
  • verschillende kleuren: lichtgeel – groen – oranje – roodbruin
  • grote spin, soms overdag in web, maar meestal in schuilplaats aan de rand van het web

Te verwarren met:

  • Kan verward worden met de Marmerspin, maar de twee voorste lichte vlekken bij die soort zijn meestal groter dan de achterste twee. Bij de Viervlekwielwebspin zijn de achterste twee vlekken bijna altijd groter.

Grootte

♀: 9-20 mm

♂: 6-8 mm

Wanneer?

♀: juli tot oktober

♂: juni tot september

 

 

Wespspin (Argiope bruennichi)

Web: Groot wielweb met vaak zigzagdraden (stabilimentum) vanuit het centrum naar beneden en naar boven.

Habitat: Vaak in grasland waar het web laag voorkomt. Voornaamste dieet zijn sprinkhanen!

Herkennen aan:

  • wit – geel – zwarte banden op het achterlijf (vandaar de naam), mannetjes zijn bruin gekleurd en veel kleiner
  • grote spin, meestal overdag in web
  • zigzagdraden (stabilimentum) in web
  • typische lichtbruin tot bruingekleurde kruikvormige eicocon, met verticale zwarte strepen.

Te verwarren met:

  • door unieke kleuren niet te verwarren met andere soorten

Grootte

♀: 11-20 mm

♂: 4-4,5 mm

Wanneer?

♀: juli tot september/oktober

♂: juni tot augustus